Keuze voor één uitwisselstandaard bevordert uitwisseling van zorginformatie
Het gegeven dat er meerdere verschillende technische uitwisselstandaarden bestaan, werkt het landelijk kunnen uitwisselen van zorginformatie tegen. Om de informatie-uitwisseling te bevorderen, adviseerde Nictiz stelsel-breed te kiezen voor één technische uitwisselstandaard. Daarmee breekt Nictiz een lans om samen het lastige standaardisatieproces aan te gaan. Dat kost moeite, maar gaat veel voordeel opleveren. Dorine Veldhuyzen, voorzitter Raad van bestuur stichting CareCodex, is vanuit het versnellingsprogramma Babyconnect verantwoordelijk voor het realiseren van de digitale gegevensuitwisseling binnen de geboortezorg. Zij steunt de keuze voor een standaard. Tegelijkertijd vraagt zij de zorg meer ruimte te geven om zich te mobiliseren en te organiseren.
Om informatie digitaal uit te wisselen gebruiken zorginstellingen informatiestandaarden. Hierbinnen gelden verschillende technische standaarden voor het verzenden en ontvangen van medische gegevens. Informatie-uitwisseling lukt het beste als partijen dezelfde (technische) standaarden gebruiken. Daarnaast bevordert ook het gebruik van dezelfde versie zorginformatiebouwstenen (generieke standaard) de uitwisseling.
De belangrijkste technische standaarden zijn HL7 Clinical Document Architecture (CDA) en twee versies van HL7 Fast Healthcare Interoperability Resources (FHIR). Eind 2022 leverde Nictiz haar conceptadvies op aan de stelselhouder: het ministerie van VWS. Nictiz adviseert één technische uitwisselstandaard te gebruiken: FHIR versie STU3 en in de toekomst FHIR versie R4. Wat betreft de generieke zorginformatiebouwstenen adviseert Nictiz Zibs-2017 te gebruiken en in de toekomst Zibs-2020.
De implementatie van deze brede beleidskeuzes kost tijd en inspanning. Het vraagt de houders van informatiestandaarden, met advies van Nictiz, na te denken over hoe zij afscheid gaan nemen van oude versies van generieke standaarden en hoe zij overstappen van de technische uitwisselstandaard CDA naar FHIR.
Reactie vanuit geboortezorg
Hoe wordt het advies om van CDA naar FHIR over te stappen ontvangen in de geboortezorg? Dorine Veldhuyzen, Voorzitter Raad van bestuur stichting CareCodex en vanuit het versnellingsprogramma Babyconnect verantwoordelijk voor het realiseren van de digitale gegevensuitwisseling binnen de geboortezorg, uit zich positief kritisch.
“Wij staan achter het advies en juichen het toe dat er centraal regie wordt genomen. Maar wij hebben last van de opgelegde planning. Informatiestandaardhouders of koepelorganisaties moeten tot een gezamenlijk plan komen. Zo is de stap om met FHIR te gaan werken voor hen onlosmakelijk verbonden met het aansturen van softwareleveranciers. Daar hoort een voor ons en voor de softwareleveranciers passend tijdpad bij.”
“Verder hebben wij last van de timing: geboortezorg zit midden in zware onderhandelingen met leveranciers over de ingebruikname van software. Wij werken hard aan relaties met softwareleveranciers. Het verzoek een plan te maken voor de overstap naar FHIR gaat hier dwars doorheen en kan verstorend werken.”
Fotografie: Suzanne Liem
“Kijk naar de impact van het advies voor geboortezorg. Dit is netwerkzorg waarbij veel partijen betrokken zijn, van verloskundige tot gynaecoloog tot kraamzorg. Wij werken met 18 verschillende bronleveranciers die op hun tijd verschillende informatiestandaarden aanpassen. Mijn wens is eerst Eenheid van Taal te bereiken, zodat zorgpartijen gegevens kunnen uitwisselen, en daarna de informatiesystemen aan te passen. Dus eerst werken boven de motorkap, daarna er onder. Deze volgorde maakt zorg minder afhankelijk van softwareleveranciers. Daarnaast geeft ze leveranciers meer ruimte om informatiesystemen op hun tijd aan te passen. Waarbij natuurlijk wel een deadline moet gelden, al dan niet bij wet geregeld.”
Dorine Veldhuyzen, Voorzitter Raad van bestuur stichting CareCodex
Wij staan achter het advies; planning en timing maken het ons wel moeilijk
Kritische voorstanders
Binnen Nictiz is Fred Smeele, projectcoördinator Stelselbeheer, nauw betrokken bij het CDA-FHIR advies. “In 2022 leverde Nictiz een conceptadvies op aan het ministerie van VWS. Het definitieve advies volgde begin 2023. Dit leverde positieve reacties op en tegelijkertijd ook kritische vragen. Zoals bijvoorbeeld de uitspraak van Dorine Veldhuyzen van CareCodex, die mij na een overleg liet weten: Wij zijn kritisch maar staan achter het advies!”
“Deze harmonisatie is echt een lastig proces voor alle betrokkenen. Maar uiteindelijk gaan alle partijen ervan profiteren. Bijvoorbeeld de ziekenhuizen en leveranciers van ziekenhuisinformatiesystemen gaan profiteren van het feit dat er een einde komt aan het woud van uitwisselformaten. Ziekenhuisinformatiesystemen worden minder complex. Zo wordt eindelijk de uitwisseling van de BgZ (Basisgegevensset Zorg) tussen ziekenhuizen en zelfstandige klinieken mogelijk.”
“Uiteindelijk neemt VWS als stelselhouder een besluit, naar verwacht eind maart 2023[1]. De rest van dat jaar zullen alle houders van informatiestandaarden migratieplannen opleveren. Daarin geven zij aan hoe zij de overstap van CDA naar FHIR gaan realiseren. Nictiz biedt ondersteuning bij die overgang. Bijvoorbeeld door een monitor in te richten. Via dat instrument wordt zichtbaar hoe ver welke partij is en hoe ver welke branche is.”
[1] VWS heeft dit besluit inmiddels genomen.