GDSN
Het GDSN maakt het handelspartners mogelijk om gestandaardiseerde productinformatie met elkaar te delen
naar omzet/aantal bedden
GS1 staat voor Global Standards One. Dit is een internationale organisatie die zich inzet voor standaardisatie in de logistieke en administratieve keten in verschillende sectoren, waaronder de gezondheidszorg. De GS1-standaarden worden ingezet voor identificatie van producten, locaties, medewerkers en patiënten, maar ook voor traceerbaarheid van producten van moment van productie tot en met de patiënt, en voor uitwisseling van eenduidige productinformatie. In Nederland registreert inmiddels een twintigtal ziekenhuizen alle medicatie die bij patiënten wordt toegediend en alle implantaten die bij operaties worden gebruikt met behulp van GS1-barcodes. GS1 bestaat sinds 1977 en kent 111 landelijke GS1-organisaties, waaronder GS1Nederland.
Welke standaarden kent GS1?
De bekendste standaard van GS1 is de artikelcode, de Global Trade Item Number (GTIN), een wereldwijd uniek identificatienummer voor producten. Deze code is opgenomen in een barcode. Een barcode is een vertaling van cijfers en letters in de vorm van streepjes. In de barcode staat de artikelcode (GTIN) en eventueel ook de expiratiedatum, het batchnummer en/of het serienummer. GS1 biedt de gezondheidszorg drie soorten barcodes: de EAN13, de GS1-128 en de GS1 DataMatrix. Hiervan kan de GS1 DataMatrix de meeste informatie bevatten. Daarnaast heeft GS1 een aantal standaarden en oplossingen ontwikkeld om de logistieke keten in de zorg te verbeteren:
GS1 Traceerbaarheid
Deze standaard biedt een internationale procesoplossing voor het traceren van medische producten van productie tot en met gebruik bij de patiënt. Het maakt de logistieke keten van leverancier tot en met de eindgebruiker inzichtelijk, waardoor met zekerheid kan worden vastgesteld welke producten bij een patiënt zijn gebruikt. Bovendien kunnen terugroepacties van producten met een mankement eenvoudig worden uitgevoerd en krijgt de zorginstelling beter inzicht in de voorraad.
GS1 Data Source
GS1 Nederland biedt een centrale datapool voor het uitwisselen van artikelgegevens in de levensmiddelen en drogisterij, doe-het-zelf- en tuinsector en de gezondheidszorg. Een leverancier van medische producten kan hierin zijn productgegevens invoeren en deze delen met ziekenhuizen. Zo is eigen onderhoud van productgegevens niet meer nodig.
GS1 Data Source berust op het Global Data Synchronisation Network (GDSN), waar wereldwijd leveranciers van medische producten zijn aangesloten. GDSN is de standaard voor data-uitwisseling die bestaande systemen voorziet van correcte data zodat met scannen de juiste data beschikbaar is. Het netwerk beval momenteel zo’n 20 miljoen GTIN’s.
GS1 EDI
De standaard voor het elektronisch uitwisselen van handels- en productinformatie. Dit zijn afspraken over elektronische communicatie tussen fabrikanten, afnemers en logistieke dienstverleners. Voor de zorg heeft GS1 de volgende berichten beschikbaar:, order en orderbevestiging, elektronische pakbon en factuur.
<< GS1 helpt u voldoen aan wetgeving voor Unique Device Identification (UDI) en de EU Falsified Medicines Directive (FMD). GS1 heeft 115 landen-organisaties en werkt samen met haar gebruikers aan optimale standaarden voor identificatie, EDI en data-uitwisseling>>
GTIN
GTIN ( Global Trade Item Number), de bekendste standaard van GS1, is een internationaal uniek identificatienummer voor producten. Deze code is opgenomen in een barcode. Een barcode is een vertaling van cijfers en letters in de vorm van streepjes. In de barcode staat de artikel-code (GTIN) en eventueel ook de houdbaarheidsdatum, het batchnummer en/of het serienummer. GS1 biedt de gezondheidszorg drie soorten barcodes: de EAN13, de GS1-128 en de GS1 DataMatrix. Hiervan kan de GS1 DataMatrix de meeste informatie bevatten.
GLN
Een GLN (Global Location Number) identificeert een juridische entiteit, een fysieke locatie, een functie of een digitale locatie. GLN’s worden gebruikt om ‘wie’ en waar’ te identificeren in diverse toepassingen:
- Wie: juridische entiteit, functie.
- Waar: fysieke locatie, digitale locatie.
Ongeacht de manier waarop u GLN’s gebruikt, zullen handelspartners en andere partijen zoals overheidsinstanties altijd willen weten welke organisatie er achter de adrescode zit. Als er bijvoorbeeld via een GLN naar een boekhoudafdeling, magazijn of ERP-applicatie wordt verwezen, dan moet u de verantwoordelijke organisatie ook vermelden. Dit doet u door deze informatie vooraf uit te wisselen of door derden de mogelijkheid te geven deze informatie online op te zoeken. Een GLN voor een fysieke locatie kan in een barcode worden weergegeven (GS1-128, GS1 DataMatrix, QR).
GSRN
Een GSRN (Global Service Relation Number) identificeert de relatie van een (service) organisatie met een service provider (bijvoorbeeld een zorgverlener) of een ontvanger van services (bijvoorbeeld een patiënt). Een GSRN kan in een barcode worden vertaald, bijvoorbeeld op de badge van de verpleegkundige of het polsbandje van de patiënt in een barcode (GS1-128, GS1 DataMatrix, QR).
Relatie met andere standaarden
Om te zorgen dat de logistieke en administratieve processen, die de GS1-standaarden ondersteunen, goed aansluiten op de medische processen, is interoperabiliteit met andere standaarden belangrijk. Hiertoe werkt GS1 op internationaal en nationaal niveau samen met onder andere HL7, IHE, Z-Index, LOINC, SNOMED/SNOMED International, ISBT/ICCBBA en ISO. Zo wordt voor de G-Standaard Logic gebruik gemaakt van de G-Standaard van Z-Index, het GTIN en het Global Data Synchronisation Network (GDSN) van GS1. GS1 en ICCBBA hebben gezamenlijk een standaard ontwikkeld voor patiëntidentificatie: het Global Service Relation Number (GSRN) – Service Recipient en het Global Service Relation Number (GSRN)– Service Provider.
Ter illustratie
GS1 biedt de gezondheidszorg drie soorten barcodes: de EAN13, de GS1-128 en de GS1 DataMatrix.