Skip to the main content

De toekomst van zibs in databeschikbaarheid

Rapport

Eind december 2024 heeft Nictiz als stelselbeheerder het definitieve architectuur advies ‘verder met zibs’ opgeleverd aan VWS. Dit advies is tot stand gekomen in nauwe samenwerking en afstemming met de zib-transitie. In de zib-transitie wordt door Nictiz samen met een groot aantal betrokken partijen, in een lerende community, gewerkt aan oplossingen voor de knelpunten in het ontwikkelen, beheren en toepassen van zibs. Daarmee wordt vormgegeven aan oplossingen voor het zorgbreed uniform vastleggen en hergebruiken van informatie. Iets wat de fundamentele bedoeling is van zorginformatiebouwstenen. Het advies richt zich op de positionering van en architectuurvisie voor de zibs. Conclusie is dat zibs nodig zijn als duurzame, techniek-onafhankelijke klinische modellen, waarbij maximaal gebruik moet worden gemaakt van de toonaangevende internationale standaarden voor vastlegging en uitwisseling (zoals openEHR en HL7-FHIR) en hun tooling. Meer dan nu toegesneden op het realiseren van zorgbrede databeschikbaarheid. Zibs 2.0 zijn daarmee de informatiemodellen waarmee de Nederlandse afspraken voor de toepassing van de internationale standaarden zijn vastgelegd. Het advies is eind 2024 breed getoetst in een publieke consultatie, waarvan de resultaten zijn verwerkt in het definitieve advies.

De kern van het architectuur-advies is:

  1. Klinische Informatiemodellen zijn noodzakelijk:
    Klinische informatiemodellen, zoals zorginformatie-bouwstenen (zibs), zijn essentieel voor de digitale informatie-uitwisseling in de Nederlandse zorg. Met ‘klinisch’ bedoelen we hier de praktijk, observatie of behandeling van patiënten/cliënten en gegevens over hun gezondheid en behandeling. Hiermee wordt dan de volle breedte van de zorg bedoelt en aangeduid. Heldere afspraken over welke informatie en in welke vorm dient te worden hergebruikt zijn altijd noodzakelijk om te kunnen komen tot gegevensuitwisseling en databeschikbaarheid.
  2. Harmonisatie met Internationale Standaarden:
    De bruikbaarheid van zibs neemt toe door intensiever gebruik en samenwerking met gangbare internationale standaarden zoals openEHR en HL7-FHIR.
  3. Doorontwikkeling van Zibs:
    Zibs moeten doorontwikkeld worden naar informatiemodellen die de Nederlandse afspraken voor de toepassing van internationale standaarden vastleggen, zogenaamde zibs2.0. Een migratiestrategie voor de zibs is nodig om deze doorontwikkeling te realiseren.

Naar aanleiding van dit advies heeft VWS aangegeven de beschreven visie te onderschrijven en heeft zij aan Nictiz gevraagd de volgende stappen concreter uit te werken in een Plan van Aanpak (PvA).

Dit PvA is op 30 april aangeboden aan VWS en is tot stand gekomen met inbreng van de zib-transitie community en VWS. Dit PvA valt samen met de nieuwe fase die de zib-transitie is ingegaan, namelijk de fase van realisatie en inbedding in de standaard manier van werken van Nictiz en partijen die betrokken zijn.

In het PvA ‘Verder met zibs’ zijn de volgende drie ontwikkellijnen opgenomen:

In ontwikkellijn 1: ‘ontwikkelen zibs 2.0’ zal nadrukkelijk de samenwerking met de community en met HL7-NL en openEHR NL een plek krijgen. Het doel is om zibs beter te laten aansluiten bij internationale standaarden en beter bruikbaar te laten zijn in de praktijk door actieve participatie van zorgaanbieders en leveranciers. Hierdoor verbinden we vastleggen van informatie aan het delen van informatie. Alle partijen hebben daarin een rol.

In ontwikkellijn 2: ‘flexibeler releasen’ wordt een nieuwe (flexibeler) manier van releasen van zibs ontworpen, waardoor beter kan worden ingespeeld op de behoefte en dynamiek in het veld. Waar de zib 2024 release nog een grote release in de oude stijl is geweest, willen we voor toekomstige releases een flexibeler manier van releasen implementeren. Hierdoor kunnen we ‘korter op de bal spelen’.

Voor wat betreft ontwikkellijn 3: ‘gereedschapskist’ zullen de bestaande en nieuwe afspraken, richtlijnen en documentatie (QA-proces) worden ontsloten voor het veld en daarbij wordt ook de mogelijkheid geboden om in interactie met het veld de betreffende afspraken verder te ontwikkelen, beheren en verbeteren. Hierdoor worden de afspraken en richtlijnen voor het ontwikkelen en implementeren van de zibs beter vindbaar en bruikbaar voor het veld.

Daarnaast wordt in het PvA ingegaan op de organisatie van het vervolg en op een aantal aanpalende activiteiten die van belang zijn voor het slagen van deze transitie, zoals internationalisering, co-creatie methodieken, éénduidige registratie & meervoudig gebruik en architectuurkaders. Alle partijen in het veld hebben hierin een rol en verantwoordelijkheid te nemen, zoals in het PvA beschreven.

Go to top

Volg ons