Je kunt als ziekenhuis gevestigd zijn in een prachtig pand, beschikken over de nieuwste instrumenten en apparatuur, een fantastische medische staf in huis hebben en werken met bevlogen verplegend personeel. Maar: als vervolgens de informatiearchitectuur niet op orde is, heb je alsnog een groot probleem. Tijdens het congres Architectuur in de zorg op donderdag 23 juni, dat dit jaar voor de zevende keer wordt georganiseerd, draait om de vraag: hoe kan de inzet van informatiearchitectuur het zorgproces kwalitatief beter en efficiënter ondersteunen?
Een van de sprekers tijdens het Architectuur in de zorg congres is dr. Floor Scheepers, kinder- en jeugdpsychiater en medisch afdelingshoofd van de afdeling psychiatrie binnen het UMC Utrecht Hersencentrum. Scheepers werkt al ruim anderhalf jaar aan het Big Data-project bij het UMC Utrecht, waar ze onderzoek doet naar de inzet en bruikbaarheid van big data voor de psychiatrie.
‘Het UMC Utrecht maakt gebruik van een research data platform, met onder andere data uit het elektronisch patiëntendossier en MRI-scans, dat gebruikt wordt voor wetenschappelijke studies”, vertelt Scheepers.“Is er een verband tussen de leefomgeving van patiënten en de opname-duur?’
Bij de afdeling Psychiatrie werden data van grotere groepen patiënten geanonimiseerd, en via dat platform gekoppeld aan informatie uit het elektronische patiëntendossier (EPD), bijvoorbeeld over medicatie-gebruik, en openbare databronnen, waaronder data over leefomgeving. Die big data analyses zijn veelbelovend volgens Scheepers. Zo ontdekte het team dat patiënten die meer groen en water in hun woonomgeving hebben, minder lang worden opgenomen op de klinische afdelingen van het UMC Utrecht, onafhankelijk van leeftijd.
Gestructureerde data
“We onderzochten vooral gestructureerde data via het research data platform. Ongestructureerde data, bijvoorbeeld vrije tekstvelden die verpleegkundigen en artsen invullen, kan nog niet geanalyseerd worden via het platform, wat we in de toekomst wel willen. Juist uit vrije tekst velden in een elektronisch patiëntendossier is enorm veel informatie te halen. Zo kwamen we er bijvoorbeeld achter dat bij agressie-incidenten op de kinderkliniek meer dan gemiddeld vaak het woord ‘school’ voorkomt bij belemmerende factoren in het behandelplan.”
Om betekenisvolle verbanden uit data te halen, wil je ook zorgverleners en onderzoekers betrekken, meent Scheepers.
‘Zo hebben we een analyse gemaakt van alle agressie-incidenten op onze afdeling en een aanpassing kunnen doen in de medicatie-toediening om incidenten voor te zijn. Je merkt dat kleine inzichten uit data-analyses al kunnen helpen om dagelijkse werkprocessen bij te stellen. Dat hoeven geen baanbrekende inzichten te zijn, maar simpele aanpassingen die het voor het verpleegkundige team of een individuele patiënt wel aangenamer of effectiever kunnen maken.’
Van warehouse naar data platform
Moderne data-analyses vergen een flexibele visie op de architectuur van zorginstellingen en ziekenhuizen. “We moeten ombuigen van een data warehouse, waar data wordt opgeslagen in silo’s, naar een grote ongestructureerde data poel waar je goede algoritmes voor kunt bedenken en testen”, aldus Scheepers. “We gaan van data management naar data science. En dat is echt work in progress: we zien steeds meer de ontwikkeling ontstaan dat mensen eigen data verzamelen. Op die datastromen zijn we nu niet goed ingericht.”
Toen Scheepers anderhalf jaar geleden begon met het big data project bij psychiatrie was de bekendheid met het thema nog niet zo groot. “Inmiddels wordt het draagvlak voor dit soort onderzoek in rap tempo groter. Zo zitten we binnenkort met andere specialisten binnen het UMC Utrecht bij elkaar om te kijken hoe we wetenschappelijk onderzoek op een hoger niveau kunnen tillen, en wat je daarvoor nodig hebt qua infrastructuur en architectuur.”
Ervaringen uit AMC en Radboudumc
Naast praktijkervaring met big data projecten in het UMC Utrecht zijn er meer sprekers die casussen uit de praktijk inbrengen op 23 juni. Bijvoorbeeld Ernst de Bel van het Radboudumc, die vertelt over de informatiestandaard FHIR in de praktijk, en hoe het academische ziekenhuis data hergebruikt met behulp van deze standaard. Reino Petrona en Lindsay Chang, beide Informatiearchitect Patiëntenzorg bij het Academisch Medisch Centrum Amsterdam en VUmc vertellen meer over de implementatie van informatiestandaarden in een elektronisch patiëntendossier.