Nictiz in gesprek over kansen en barrières met Academisch Centrum Karakter
Binnen de zorgcontext van de jeugd-GGZ is het toegankelijk en beschikbaar maken van digitale toepassingen via een portaalfunctie een complexe uitdaging. Dat digitaliseren binnen het GGZ-domein om een meer zorgvuldige aanpak vraagt, is een bekend en terugkerend signaal bij Nictiz. Nu het zorgveld zich voorbereidt op de komst van de gezagsvoorziening, groeit bij de jeugd-GGZ de urgentie voor meer handelingsperspectief. Deze gezagsvoorziening toetst automatisch het gezag van ouders en verzorgers voor dossierinzage van hun kind via de Basisregistratie Personen. Maar hoe kun je met zekerheid garanderen dat toegang veilig is ingeregeld, wanneer ouders of verzorgers niet alleen namens het kind digitale toegang hebben tot het zorgdossier, maar bijvoorbeeld ook zelf onderdeel zijn van de behandeling? Dit is niet alleen van belang voor de jeugd-GGZ maar voor meer instellingen in de jeugdzorg. Het steeds urgenter worden van digitaliseren binnen de jeugd-GGZ was voor Academisch Centrum Karakter de aanleiding voor het opstellen van de usecase Digitale Toegang in de Jeugdzorg, dat in samenwerking met Nictiz en collega-instellingen wordt uitgewerkt. Bestuurder Erica Harteveld en programmamanager e-health Iris Bogers bespreken in dit artikel hun ambities en wens tot collectieve aanpak.
Komst van gezagsvoorziening
Wettelijke vertegenwoordigers hebben recht op informatie om mee te beslissen over de behandeling van hun kind. Voor behandelaren is het echter wenselijk om niet zelf het gezag van ouders en verzorgers te hoeven bepalen of vastleggen voor het verlenen van toegang tot relevante informatie in het online dossier van het kind.
Nictiz’ programmamanager Bob van Os: “Daarom kunnen zorgaanbieders binnenkort gebruikmaken van de gezagsvoorziening, waarmee voor digitale toegang tot het online dossier van een kind getoetst wordt of een ouder of verzorger gezag heeft.” Om te inventariseren wat het zorgveld nodig heeft voor de implementatie van de gezagsvoorziening, heeft Nictiz in samenwerking met het ministerie van VWS afgelopen periode diverse expertsessies en werkgroepen georganiseerd. Een terugkerend signaal uit deze sessies wijst uit dat het toegankelijk maken van digitale toepassingen bij jeugdinstellingen in de zorg een grote uitdaging is en om een meer zorgvuldige aanpak vraagt. Dat onderschrijft Academisch Centrum Karakter, dat de urgentie om te digitaliseren voelt: “Er wordt veel verwacht van digitalisering. Deze moet een ondersteunende rol hebben in het zorgproces en tevens kostbare zorgcapaciteit vrijspelen. Maar bij inventarisatie is het op het gebied van digitale toegang nog bij geen enkele jeugdinstelling goed geregeld.”, aldus bestuurder Erica Harteveld.
Van digitale voordeur naar een interactief portaal
Dat ziet Karakter graag anders. Erica licht toe: “De aanleiding om een sterke digitaliseringsslag te maken, is enerzijds missie-gedreven. Alle kinderen die wij in behandeling hebben, zijn opgegroeid in een compleet digitale wereld. Die kennen geen papieren dossier.” Maar de nodige digitalisering is volgens de bestuurder vooral gedreven uit urgentie. Erica: “Het verzorgen van goede hybride zorg wordt van ons allemaal verwacht, als jeugd-GGZ kunnen we niet achterblijven. Daarom zijn we als instelling gaan nadenken wat we binnen het zorgproces digitaal kunnen ondersteunen.” Dat begint volgens Erica met het maken van een digitale voordeur waarmee toegang wordt verleend tot zorginhoud. Erica Harteveld licht toe: “We willen een interactief portaal aanbieden: overzicht van afspraken, invullen van vragenlijsten, psycho-educatie in de vorm van e-learning, een online bibliotheek met informatie voor ouders en ruimte voor het steunnetwerk vanuit school of de omgeving van het kind”. Dan kom je al snel op de discussie: wat valt onder medische gegevens? Als voorbeeld noemt Erica het invullen van vragenlijsten: “Met deze functionaliteit kan nuttige maar ook gevoelige informatie worden opgehaald.” Maar hoe zorg je er vervolgens voor dat zowel deze gevoelige informatie als de juiste inzagerechten op een veilige manier worden opgeslagen in het dossier?
Usecase als hulpmiddel
In de situatie dat ouders of wettelijk vertegenwoordigers niet alleen námens het kind digitale toegang hebben tot het zorgdossier, maar ook zélf onderdeel zijn van de behandeling, is er daarom garantie nodig dat de toegang tot vaak gevoelige informatie veilig en betrouwbaar is geregeld. Programmamanager eHealth Iris Bogers benadert de gewenste digitale infrastructuur voor deze randvoorwaarde via de portaalfunctie niet als uniek voor Karakter, maar als een collectieve randvoorwaarde voor het opschalen van digitalisering binnen het jeugd GGZ domein. Daarom nam Karakter vorige maand het initiatief om de verbinding te zoeken met collega-instellingen, technologiepartners en kennisinstellingen. Aan de hand van de usecase ‘Digitale Toegang in de Jeugdzorg’ organiseerde Karakter een bijeenkomst voor kennisuitwisseling om gezamenlijk de knelpunten en oplossingsrichtingen te formuleren.
Bijeenkomst digitale toegang
Bij de bijeenkomst waren collega-instellingen Youz, Accare, Levvel, Youke, GGZ Centraal, Jeugdzorg Nederland, Maastricht UMC+, technologiepartners Hawking Healthcare Technology, Enovation Funatic, Karify, Jouw omgeving en kennisinstellingen Nictiz en het Lectoraat Mensgerichte ICT van de Christelijke Hogeschool Ede aanwezig. Nictiz’ programmamanager Digitale Toegang Bob van Os verzorgde een presentatie over de huidige voorzieningen voor ouderlijk gezag. Evaluerend op de kennisuitwisseling kijkt Nictiz samen met Iris Bogers naar drie belangrijkste opbrengsten uit deze bijeenkomst, die laten zien wat er in de praktijk geregeld moet worden om toegang tot digitale zorg binnen de jeugdzorg bruikbaar te maken.
- Denkpatronen doorbreken met co-creatie
Het eerste belangrijke knelpunt volgens Iris Bogers is dat realisatie van veilige, betrouwbare digitale zorg wordt belemmerd door analoog denken: “Oplossingsrichtingen worden gedefinieerd door mensen die opgegroeid zijn in een analoge wereld”. Het doorbreken van denkpatronen is daarom essentieel volgens Bogers: “De opbrengst van de usecase kennisuitwisseling laat heel mooi zien dat we als jeugdzorg geloven dat de oplossingsrichting niet bij de analoge generatie, maar juist bij de jeugd zelf ligt. Bij het waarborgen van de digitale zorgbehoefte van onze patiënten is het essentieel om het ontwerpproces niet zonder maar mét jongeren te doen, in co-creatie”. Om samenwerking met de doelgroep vorm te geven, heeft Bogers het lectoraat Mensgerichte ICT van de Hogeschool Ede gevraagd om mee te denken over de vraag hoe we de zorgrelatie kunnen bewaren bij het inzetten van technologie.
- Ruimte voor systemisch behandelen
Het tweede belangrijke knelpunt is dat de jeugdzorg systemisch behandelt, wat uitgaat van familie- of naasten-aanpak, terwijl het EPD uitgaat van het individuele zorgproces van de patiënt. Bogers legt uit: “Een oplossingsrichting die veel wordt genoemd is om wettelijke vertegenwoordigers, begeleiders en andere naasten van de patiënt als neven-cliënten te benaderen.” In de analoge wereld werd in een fysiek dossier de informatie achter tabbladen vastgelegd en daarmee gescheiden. Als denklijn voor een digitaal alternatief geeft Bogers een voorbeeld van een portaalfunctie waarbij ouders of verzorgers apart toegang hebben tot een eigen omgeving waarbij de relatie onderling is vast te leggen. Daar is nu nog geen wettelijke grondslag voor.
- Intuitiever gebruik applicaties voor behandelaren
Tot slot is het volgens Bogers belangrijk dat in samenwerking met ICT-leveranciers moet worden gezocht naar meer gemak voor instellingen. Tijdens de bijeenkomst werd opgehaald dat digitale oplossingen vaak worden gefaciliteerd vanuit een focus op wetgeving en op de rechten van de patiënt, wat natuurlijk belangrijk is, maar wat vaak veel werk oplevert aan de kant van de instellingen om dit goed en bruikbaar in te richten. Bogers vult aan: “Behandelaren moeten ervan uit kunnen gaan dat gegevens op de juiste plek worden opgeslagen en alleen zichtbaar zijn voor diegene die daar recht toe heeft. Een behandelaar moet niet hoeven controleren of de instellingen van de applicaties goed staan, maar daarop kunnen vertrouwen.”
Onderzoek Dossieropbouw
Om de adoptie en het gebruik van digitale vertegenwoordiging en specifiek de digitale toegang voor ouders, gezaghouders of bewindvoerders te stimuleren, heeft Nictiz een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke barrières. Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek van de expertgroep ‘digitale vertegenwoordiging’, samengesteld uit zorgaanbieders vanuit de verschillende zorgdomeinen. Aankomende maand wordt het onderzoeksrapport opgeleverd. De opgehaalde bevindingen vanuit de bijeenkomst geïnitieerd door Academisch Centrum Karakter zijn voor Nictiz een waardevolle toevoeging op bovenstaand rapport en een belangrijk onderdeel van het proces om te komen tot een optimale integratie van ouderlijk gezag met bestaande zorgprocessen.