Skip to the main content

Designathon: softwareleveranciers en gebruikers samen aan tafel

Artikel
‘Dit gaat enorme meerwaarde hebben voor de zorg in Nederland’ 

De zorg verandert. Steeds vaker zijn meerdere zorginstellingen bij een behandeling betrokken. Dat vereist soepel digitaal uitwisselen van gegevens. Maar soms sluiten de huidige digitale oplossingen niet aan bij de dagelijkse praktijk van de medisch specialist. Nictiz organiseerde zes Designathons om dit vlot te trekken. 

Patiëntgegevens moeten digitaal op een gemakkelijke en gebruiksvriendelijke manier tussen zorgverleners uitgewisseld kunnen worden. Belangrijk hierbij zijn landelijke standaarden en gebruiksvriendelijke software die deze standaarden integreert in de verschillende elektronische patiëntendossiers (EPD’s). Oftewel: eenheid van taal en techniek. 

Basisgegevensset Zorg 

Met een subsidie van het ministerie van VWS is onder aanvoering van Nictiz de Basisgegevensset Zorg (BgZ) ontwikkeld. Deze set bestaat uit landelijk overeengekomen standaarden voor essentiële medische informatie over de patiënt. De betreffende informatie ‘gaat mee’ met de patiënt als die van de ene naar de andere zorginstelling gaat. De BgZ omvat 26 belangrijke onderwerpen, zoals adresgegevens maar ook zaken als allergie-intolerantie en andere medische problemen die een patiënt heeft. Deze gezondheidsinformatiebouwstenen (zibs) zijn bedoeld om een uniforme registratie en uitwisseling van gezondheidsinformatie te waarborgen en zijn afgeleid van de in Europa gehanteerde International Patiënt Summary Index (IPS). 

Alle betrokkenen aan tafel

Voor vier bouwstenen uit de BgZ is de uitwisseling nu technisch geregeld en ingericht volgens de NEN7522-standaard. Maar,’ zegt Peter den Hollander, orthopedisch chirurg in Haaglanden Medisch Centrum (HMC), ‘de technische oplossing van nu is voor medisch specialisten tijdrovend en onwerkbaar.’ Peter is binnen zijn ziekenhuis ook chief medical information officer (CMIO) en vanuit die hoedanigheid lid van de projectgroep Designathon. Ik heb tijdens mijn spreekuur 10 minuten per patiëntenconsult, maar ben bij een doorverwijzing langer dan 10 minuten bezig om in de aangeleverde documenten de gegevens te zoeken die ik nodig heb. Goed dat Nictiz het initiatief heeft genomen om via een zestal Designathons alle betrokkenen aan de tafel te zetten. Softwareontwerpers en leveranciers kregen tijdens deze bijeenkomsten rechtstreeks feedback van de gebruikers. 

Zorg in netwerkverband

Iris Verberk is internist-nefroloog, bestuurslid van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) en lid van de stuurgroep. Ook zij nam deel aan de bijeenkomsten. Zij schetst het probleem: ‘Zorg vindt steeds vaker plaats in netwerkverband. Dit is een bewuste keuze: de juiste zorg op de juiste plaats. Dit betekent dat er veel gegevens uitgewisseld worden. Bekend is ook de hoge registratielast binnen de zorg. Elektronische systemen moeten ons niet in de weg zitten, maar ons ondersteunen. We moeten niet hoeven zoeken naar standaardinformatie. Soms is een patiënt bij drie zorginstellingen geweest en krijg ik acht documenten met lappen tekst, met veel dubbele informatie. Daar mag ik dan in gaan grasduinen om de gegevens eruit te filteren die voor mij waardevol zijn. Dat kost zeeën van tijd en werkt fouten in de hand. Als ik bijvoorbeeld wil weten of de patiënt ergens allergisch voor is, moet ik dat met één druk op de knop te zien kunnen krijgen, op een plek waar ik het verwacht. Voordeel is natuurlijk ook dat de patiënt dan niet bij elke zorgverlener opnieuw zijn verhaal hoeft te vertellen. 

Gebruiksvriendelijke software

Nu komt het nog vaak voor dat artsen op hun beeldscherm een leeg tekstveld hebben waarin ze een diagnose in vrije tekst kunnen tikken. Dat lijkt praktisch, maar belangrijke informatie zit ‘verstopt’ in de gegevens van de verwijzer. Zo gaat belangrijke informatie verloren. Met het gebruik van (informatie)standaarden en terminologiestelsels, die op een gebruiksvriendelijke manier zijn ingebouwd in de elektronische patiëntendossier, worden artsen ondersteund om de informatie vast te leggen. Denk bijvoorbeeld aan intuïtieve  aanvink– of selectievelden. Op deze wijze blijft die informatie beschikbaar voor gegevensuitwisseling en hergebruik. Hergebruik van deze vastgelegde informatie is essentieel voor verbeterprocessen en het samenbeslisproces met de patiënt. Nictiz ontwikkelt en beheert standaarden die dit mogelijk maken. Deze standaarden moeten vervolgens verwerkt worden in gebruiksvriendelijke software. Deze software moet ook ondersteunen bij het gestructureerd vastleggen van de gegevens. 

Wederzijds begrip

De Designathons hebben leveranciers, softwareontwerpers en gebruikers tot elkaar gebracht. Iris: ‘Voor het eerst zaten alle betrokkenen aan tafel. De houding was constructief. Vaak denk je dat de ander wel snapt wat je bedoelt, maar tijdens de gesprekken bleek dat niet altijd het geval. Dan realiseer je je dat je nauwkeuriger moet zijn in de omschrijving van wat je nodig hebt. Er ontstond wederzijds begrip tussen softwareleveranciers en zorgverleners. De softwareleveranciers begrepen waar de eisen van de zorgverleners vandaan komen. De zorgverleners begrepen waar de technische mogelijkheden en onmogelijkheden liggen. Iedereen besefte dat er iets moet gebeuren, het liefst voor 1 juli 2025. Voor leveranciers is het belangrijk dat zij een product in de markt zetten waar artsen en andere zorgverleners op een logische en gebruiksvriendelijke manier mee uit de voeten kunnen. En medisch specialisten gaan echt wel mee als ze zien dat het hun beter overzicht en minder registratielast oplevert.’ 

Programma van Eisen

Ook Peter is tevreden over het verloop van de Designathons. We gingen elkaar gaandeweg de bijeenkomsten beter begrijpen. De ‘loop’ van informatie ophalen, feedback geven en vastleggen in het Programma van Eisen verliep gaandeweg vlotter. We spraken steeds meer elkaars taal. Dat biedt perspectief voor de toekomst en deze manier van werken. We zijn het eens over de inhoud, de grote gemene deler is duidelijk. Het Programma van Eisen dat we op basis van de Designathons hebben opgesteld, beschrijft alle functionaliteiten die we nodig hebben. Ook de eisen voor gebruiksvriendelijkheid. De leveranciers zijn nu aan zet om deze eisen in hun software in te bouwen.’ 

Zeven betekenisvolle bouwstenen

In eerste instantie zijn 26 zibs benoemd en geformuleerd. Ten tijde van het subsidietraject (VIPP5) is dit afgeschaald naar 4. Iris: ‘Mijn gedachte is dat we een grote stap maken als we de 7 meest betekenisvolle bouwstenen hebben ingebouwd in gebruiksvriendelijke software. Dan hebben we het over de kernset: patiëntgegevens, allergie, medicatie, labuitslag, probleem, verrichting en behandelaanwijzing. Dan sluiten we ook aan op toekomstige Europese regelgeving die de uitwisseling van de Patient Summary Index verplicht. Peter: ‘We móeten dit gewoon goed regelen. Gelukkig is dit besef er bij alle partijen. Dit gaat een enorme meerwaarde hebben voor de héle zorg in Nederland. 

Door: Ben de Graaf 

Go to top

Volg ons