In gesprek met: Lilian Minne
Fotograaf Equals: Carly Wollaert
Lilian Minne staat in 2024 centraal als één van de rolmodellen tijdens de campagne van Equals op internationale vrouwendag – een campagne gericht op het vergroten van de zichtbaarheid van inspirerende en ambitieuze vrouwen in de zorg-ICT.
Lilian kreeg van jongs af aan al sterke voorbeelden mee: een vooruitstrevende grootmoeder, die onderwijzeres was terwijl haar echtgenoot bij de kinderen thuisbleef én haar eigen moeder, werkzaam in IT. In dit interview vertelt Lilian meer over haar werk bij Nictiz en de wegen die haar hebben gevormd.
“Laat jezelf niet belemmeren door de gedachte dat je iets niet kan, maar ga de uitdaging aan. Je kunt vaak meer dan je zelf denkt.”
In ons gesprek met Lilian is een rode draad te zien: de stappen die zij in haar carrière zet, zijn haast als maatwerk gebouwd. Ze stelt doelen bij op basis van haar ervaringen in het leven. “Je leert jezelf kennen, je maakt kleine stapjes en je komt erachter wat je leuk vindt en waar je in verder wilt. In die richting kun je dan verder groeien.” En dat is kenmerkend voor haar: kansen aangrijpen, samen met mensen die haar kwaliteiten herkenden.
Promoveren
Lilian voltooide de bachelor en master Medische Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, als ideale combinatie van ICT en geneeskunde. Ze lacht: “Men zei ‘Je krijgt net zoveel kennis als een arts én kunt programmeren als een programmeur’. Dat kan natuurlijk nooit binnen één opleiding, maar het sprak wel aan. Vanaf dag één vond ik het programmeren leuk en wilde ik nooit anders.”
Ze viel op – als meisje behaalde ze het hoogste cijfer van haar studiejaar voor het vak Kunstmatige Intelligentie, waardoor ze door de professor van dit vak werd benaderd voor een eindstage. Dit vak had al haar interesse. “Samen zijn we gaan nadenken en hebben we mijn stage in elkaar gezet. Dat was op het voorspellen van overlevingskansen op de Intensive Care.” Al tijdens haar stage publiceerde ze een wetenschappelijk artikel. Na een jaar reizen in Australië en Nieuw-Zeeland, begon Lilian in 2009 aan haar promotieonderzoek, welke zij afrondde in 2013.
Als promovendus miste ze de samenwerking. “Doordat je in je eentje aan één onderwerp zit, voelde ik mij soms een eiland.” Lilian vond vooral het inhoudelijke en analytische deel van haar werk leuk, maar wilde liever meer resultaat zien van haar werk in de praktijk. Een kennisorganisatie als Nictiz biedt haar de ruimte om inhoudelijk de diepte in te gaan en direct met het zorgveld te schakelen. “Daarom ben ik blij dat ik uiteindelijk bij Nictiz terecht ben gekomen.”
Vakgebied
Lilian ontwikkelde haar passie en expertise voor HL7 FHIR tijdens haar vorige werk bij Furore, de aanstichters van HL7 FHIR. Ze landde deze baan via de connectie van een docent. Met vraag en doorvraag zijn ze een beeld gaan vormen waar Lilian binnen het bedrijf zou kunnen passen. Hier startte ze als implementatieconsultant, om ziekenhuizen te ondersteunen die bepaalde software in gebruik gaan nemen. Ewout Kramer, één van de oprichter van FHIR, werkte in hetzelfde bedrijf. Tijdens informele gesprekken en kleine klussen ontwikkelde Lilian al snel haar enthousiasme. FHIR was toen nog erg in opkomst met weinig werk in dit domein, maar Lilian wist wat ze wilde. Na een omweg en geduld, keerde ze terug als FHIR-consultant voor internationale projecten, waaronder een project bij Nictiz in 2019.
Gevraagd om de complexiteit van haar vakgebied uit te leggen, praat Lilian met veel gemak en passie. Ze legt FHIR uit. “Als je naar de huisarts gaat, voert deze jouw gegevens in het systeem in. Vervolgens word je doorverwezen naar het ziekenhuis, waar een ander systeem wordt gebruikt. Omdat beide systemen niet met elkaar kunnen communiceren, komen de eerdere gegevens niet makkelijk bij het ziekenhuis terecht. Wij zorgen ervoor dat beide systemen dezelfde taal gaan spreken en compatibel worden. FHIR is zo’n taal.
Leg ik FHIR dieper uit, bestaat het uit verschillende bouwblokjes. Zo is er een patiënt, een contact, een bepaalde aandoening of ziekte. Per bouwblokje wordt gedefinieerd hoe dat eruitziet. Zo bevat het blokje ‘Patiënt’ een naam, een adres, een geslacht. Het is daarbij belangrijk om een internationaal model te hebben dat uitbreidbaar is. Een voorbeeld: Nederland identificeert mensen met een BSN, iets wat niet internationaal wordt gebruikt. Het BSN zit daarom niet standaard in het internationale model, maar kun je wel uitbreiden. Deze flexibiliteit is de kracht van FHIR tegenover voorgaande standaarden.”
De weg naar Nictiz
Ooit wilde Lilian iets met Nictiz doen, dat stond vast. Haar ambitie was het werk op landelijk niveau te doen. Tijdens haar consultanttijden kreeg ze de kans interim aan het project Geboortezorg te werken. “Een heel complexe standaard. Dat blijft je echt continue uitdagen.” Ze koos voor volledige focus op dit project en op Nictiz. “Ik merk dat ik die verdieping heb kunnen maken. Via een open sollicitatie zijn we invulling aan mijn vragen gaan geven. Ik zie kansen genoeg om hier verder te groeien en hoop dat ik over 10 jaar nog bij Nictiz zit.”
Nictiz’ hybride werkbeleid was hierin voor Lilian belangrijk. Met haar man Alex kunnen ze zo de zorg voor hun zoontje Owen van 4 goed verdelen. “Ik voel veel vrijheid om mijn dag in te delen. Soms ga ik tussen de middag even hardlopen. De mensen binnen Nictiz houden veel rekening met elkaar.”
Over de landelijke informatiestandaard Geboortezorg vertelt ze: “Wij maken de Nederlandse modellen op basis van de internationale modellen. Daarbij wil je zo min mogelijk afwijken, om juist die interoperabiliteit landelijk te behouden. Wij maken de standaarden, maar ook de testscripts voor leveranciers die dit gaan implementeren. Ook ondersteunen we het zorgveld bij het implementeren en geven daarin advies.”
Dit doet zij op unieke manier, namelijk vanuit een gecombineerde functie. “Vanuit mijn rol als informatieanalist heb ik contact met de expertgroep en zorgverleners, om af te stemmen hoe de dataset eruit moet zien. Daarnaast heb ik als specialist gegevensuitwisseling contact met de leverancier.” Dit geeft de ideale match tussen technische en functionele kennis, waardoor zij het hele plaatje kan overzien.
Equals
Lilian heeft gelijkwaardigheid van huis uit meegekregen. Haar moeder werkte in de IT als data-analist, terwijl haar grootmoeder een baan als onderwijzeres had en haar opa thuisbleef, destijds een zeldzame situatie. Lilian realiseert zich dat haar moeder het waarschijnlijk moeilijker had in haar tijd en soms kritiek kreeg, bijvoorbeeld van andere moeders op het schoolplein. Tegelijkertijd kreeg zij gelukkig ook veel positieve reacties uit haar omgeving.
Lilian aarzelt dan ook niet wanneer gevraagd wie haar eigen rolmodel is. Ze lacht: “Het is een cliché, maar… mijn moeder. Ze was heel succesvol in haar werk, maar ook door hoe ze het gezinsleven regelde en ons heeft opgevoed. Als ik haar nu met mijn zoontje zie, lijkt het zo natuurlijk te gaan. Het geduld dat zij heeft. Daar probeer ik iets van mee te nemen richting mijn eigen zoontje.”
Voor vrouwen die twijfelen over een carrière in de (zorg)-ICT heeft Lilian een boodschap: “Gewoon doen. Laat jezelf niet belemmeren door de gedachte dat je iets niet kunt, maar ga de uitdaging aan. Je kunt vaak meer dan je zelf denkt. Zoek de juiste mensen om je heen die je daarin op weg kunnen helpen en wees niet bang om hulp te vragen. Dan kom je veel verder dan je zelf denkt.”