NicTALK podcast | aflevering S2.A2
Beluister de aflevering
De aflevering is ook te beluisteren in Spotify, Apple iTunes, Pocket Casts en Google Podcasts.
De gezondheidszorg heeft behoefte aan databeschikbaarheid. Die moet zorgen voor grotere veiligheid en kwaliteit van de zorg en een verminderde registratielast van het zorgpersoneel. Sabine Uitslag gaat in gesprek met oud-dermatoloog en –CMIO Joep Veraart en met adviseur van Zorgverzekeraars Nederland, Olga van Diem. Over ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden en waar we naartoe moeten.
Blog – door Joep Veraart
We komen van ver, maar we zijn er nog niet
Zorg heeft behoefte aan meer databeschikbaarheid
Ruim 30 jaar geleden startte ik als dermatoloog in het Maastricht UMC. Toen, begin jaren ’90, werkten we nog met de papieren status: papieren dossiers met een kleur waaraan je kon zien van welke poli de status was. Bij Dermatologie hadden we bijvoorbeeld blauw, alle verpleegafdelingen geel. Daarin schreven we wat we hoorden van de patiënt en lazen we de brieven van de huisarts. Vertelde een patiënt dat hij bij de chirurg was geweest, dan belde je die chirurg om te horen wat die ervan vond want zelf kon je dat niet inzien. Maar de chirurg stond vaak op de OK. Of een status van een patiënt werd niet gevonden of het handschrift van een eerder geconsulteerd arts was nauwelijks leesbaar. Dat maakte het erg lastig om je consult fatsoenlijk af te ronden.
Als je ziet waar we anno 2023 staan dan zijn we van ver gekomen wat betreft databeschikbaarheid in de zorg. Ziekenhuizen hebben toenemend intern inzicht in elkaars gegevens en kunnen deze veelal hergebruiken. We kunnen zien bij wie een patiënt is geweest en wat de bevindingen, diagnoses en behandelingen zijn. De data van de huisarts krijgen ziekenhuizen digitaal, maar moeten nog wel in het eigen systeem worden ingebracht. Medicatie is al beter beschikbaar, zij het met de nodige checks. Allemaal een verbetering ten opzichte van 20 jaar geleden. Maar het kan, nee móét nog veel beter om te komen tot meer databeschikbaarheid en herbruikbaarheid van gegevens in de zorg. Dat laatste zal de veiligheid in de zorg verbeteren en de registratielast verminderen. Die wordt in de zorg nadrukkelijk gevoeld door artsen en verpleging. Zo is een medisch specialist twee van de vijf dagen kwijt aan registreren: een inefficiënte en kostbare situatie.
Die databeschikbaarheid en herbruikbaarheid zijn ook nodig omdat de zorg zal moeten veranderen richting netwerkzorg en passende zorg. Dat wil zeggen: werken in een netwerk rondom de patiënt, deels fysiek maar deels ook virtueel. Digitaal als het kan, fysiek als het moet, en: dichtbij als het kan en ver weg als het moet. Daarvoor moeten we de informatievoorziening in deze netwerken anders inrichten. Namelijk zodanig dat de zorgprofessional op eenvoudige en geautoriseerde wijze effectief kan communiceren met de patiënt zelf en met andere zorgprofessionals. Binnen en buiten het ziekenhuis. Er is sprake van een continue datastroom (fluid data) als een patiënt van de ene zorginstelling naar de andere gaat. Daarbij is alle data ook beschikbaar voor andere gebruiksdoelen zoals wetenschappelijk onderzoek en zorgverbetering. Dus, bij eenmalig vastleggen, moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met hergebruik voor meerdere gebruiksdoelen.
Hoe mooi zou het zijn als we naast een AMO (Actueel medicatieoverzicht) ook een AVO (Actueel voorgeschiedenisoverzicht) kunnen inzien: een overzicht van alle klachten, ziektes en medische behandelingen die de patiënt nu heeft en in het verleden heeft gehad. En dat deze belangrijke gezondheidsdata vrijelijk door de systemen stromen tussen huisartsen, ziekenhuizen en andere zorginstellingen, maar ook in de PGO’s van patiënten. Dat laatste is van belang voor de patiënt om regie te kunnen nemen over zijn gezondheid en mee te beslissen over het te voeren beleid. Passende zorg dus. De toegevoegde waarde van ICT benutten we dan maximaal voor onze patiënten die de zorg ervaren als frictieloos en ondersteunend.
Voor databeschikbaarheid moeten zorgdata meer interoperabel worden dan nu. Als een zorgverlener gegevens van de patiënt eenmalig invoert, moeten deze in alle andere systemen kunnen worden getoond en hergebruikt, zowel voor de primaire zorg als voor andere doelen. Daarvoor zijn aanpassingen noodzakelijk in architectuur en informatiesystemen. Ook zijn eenduidige afspraken in het zorgveld nodig over adequate registratie, noodzakelijke aanpassingen in de informatiesystemen en Eenheid van Taal. De huisarts en de medisch specialist moeten eenzelfde taalgebruik gaan hanteren, dus dezelfde termen en codelijsten met een vastgestelde betekenis. Maar er moeten ook vertalingen komen naar patiëntvriendelijke woorden, zodat ook de patiënt begrijpt wat er staat.
Zibs (zorginformatiebouwstenen) vormen de basis van de informatiestandaarden. Het is dus logisch dat we ook deze opnieuw moeten beoordelen op hun (her)bruikbaarheid in de praktijk. Laten we beginnen met de meest gebruikte zibs. Dat is maar een zeer beperkte dataset: zeven á acht zibs, waarvan Probleem/Diagnose, Medicatie, Allergie, Behandelaanwijzing en Verrichtingen enkele voorbeelden zijn. Deze zibs zijn niet alleen noodzakelijk voor goede informatie bij de behandeling, maar ook voor andere doelen. Zo zal een groot deel van de kwaliteitsregistraties ook gevoed kunnen worden door deze set aan gemeenschappelijke zibs. Laten we dus met die gemeenschappelijke basis beginnen.
De zeven genoemde zibs vormen ook de dominante inhoud van de Europese Patient Summary, genoemd in het Integraal Zorg Akkoord (IZA). Deze Patient Summary is dus een mooie (kern)dataset om op te sturen.
Binnen de zib-transitie wordt samen met meerdere partijen gewerkt aan verbeteren van toepassing en gebruik van zibs. Dit zodat zinvol hergebruik groeit, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het is geen helder pad om te bewandelen richting dit einddoel. Maar gelukkig kunnen we op de schouders van onze voorgangers staan en zo verder kijken om de stip op de horizon te zien. In het verleden is al veel werk verzet en, ondanks kritische noten, mogen we stellen dat onze voorgangers ook echt al veel hebben bereikt.
NicTALK is de podcastserie van Nictiz over digitale informatie-uitwisseling in de zorg. Gespreksleider Sabine Uitslag bespreekt in elke aflevering een vraagstuk met experts van Nictiz. In het tweede seizoen gaan we dieper in op de Nationale visie en strategie op het gezondheidsinformatiestelsel en waar we komende jaren samen naartoe werken.