Blauw, groen en rood, de drie magische kleuren. De pennen in de borstzak van mijn uniform. Het voelt bijna prehistorisch, rapporteren in drie kleuren die correleerden aan de dienst die je op dat moment had. Eenentwintig jaar lang genoot ik van mijn werk als verpleegkundige, hands-on aan het bed. In die periode is veel veranderd. Ik was veel tijd kwijt aan het maken van rapportages. Het handmatig data extraheren uit dossiers en registeren was een flink karwei. Digitalisering zou het inzichtelijk maken van de verleende zorg toch moeten kunnen verbeteren? Waarom gebeurde dit niet? Ik ging op onderzoek uit.
Het belang van eenduidige dataregistratie
Enkele maanden na de invoer van het EPD voerde ik een handmatige rapportage uit naast een geautomatiseerde rapportage. Mijn collega vroeg mij om de rapportage na te lopen. Volgens haar inschatting stonden er niet voldoende patiënten in de rapportage. In dit geval ging het om het aantal neonaten dat de afgelopen maand CPAP (continuous positive airway pressure) ondersteuning had gekregen tijdens de opname op de NICU (Neonatologie Intensive Care Unit).
Na vergelijking van de twee rapportages kwam ik tot de conclusie dat neonaten waarbij nCPAP geregistreerd stond, niet geïncludeerd waren. Hierdoor kwam het totaal lager uit. De ‘n’ in nCPAP voegden veel verpleegkundigen toe om nasaal aan te duiden. Het verschil tussen nCPAP en CPAP kon men toen op de neonatologie verwaarlozen, omdat alle neonaten nasale CPAP-ondersteuning kregen. Het invoeren van de beademingsvorm of ademhalingsondersteuning deden we in een vrije-tekstveld.
Terminologie als oplossing
Maar hoe krijgen we die data dan wel correct in het EPD? Kan het EPD geen lijstje aanbieden met alle gebruikte beademingsvormen op de neonatologie? In samenspraak met functioneel beheer keken we naar mogelijke oplossingen. Ik leverde een lijstje aan met SNOMED-codes die overeenkwamen met de vormen van nasale ademhalingsondersteuning die wij toen gaven. Mijn voorstel was om de tekst ‘nasaal’ vast te zetten en het type ondersteuning in een drop-downveld aan te bieden aan de zorgverlener.
229312009 |nasale ademhalingsondersteuning|
via
229308003 |intermitterende continue positievedrukbeademing (regime/therapie)|
of
243142003 |bifasische positievedrukbeademing (regime/therapie)|
of
47545007 |continue positievedrukbeademing (regime/therapie)|
Het gebruik van codes zei het functioneel beheer niet veel, want dat moest de EPD-leverancier inbakken in het systeem. Maar de platte tekst kon men wel meegeven om te laten selecteren. Door deze (tijdelijke) oplossing te bieden, werd de content van het tekstveld wel gestructureerd maar overnemen en hergebruiken op dataniveau liet nog te wensen over. We dienden een verzoek voor verbetering in bij de leverancier, maar dat bleek moeilijker dan gedacht. Het gebruik van terminologie is ook onderhevig aan het bijhouden en updaten van de terminologie nadat deze geïmplementeerd is in het EPD-systeem.
Nationale Terminologie server helpt
Als wij de kwaliteit van de verleende zorg inzichtelijk willen maken, is gestructureerd vastleggen in softwaresystemen noodzakelijk. En dan het liefst op basis van terminologie. Maar hoe kunnen we ervoor zorgen dat al die standaarden met verschillende releasedata en -formats in de systemen up-to-date blijven? We kunnen dit niet inrichten voor iedereen, maar wél het proces vergemakkelijken. Met behulp van de Nationale Terminologie server (NTS). Die helpt softwareleveranciers bij het up-to-date houden van terminologiecontent zoals SNOMED en de Nederlandse labcodeset. De NTS maakt het makkelijker om standaarden te implementeren die noodzakelijk zijn om Eenheid van Taal te bereiken.
In de NTS wordt een aantal standaard terminologie-/codestelsels op één plek verzameld die via de internationale standaard HL7 FHIR benaderbaar zijn. De NTS maakt het up-to-date houden van die terminologie-/codestelsels eenvoudiger, zodat handwerk niet langer noodzakelijk is. De transformatie naar FHIR hoef je dan niet meer zelf te doen. Toegang tot de NTS betekent dat de softwareleverancier en dus ook de zorgprofessional altijd over de meest recente informatie beschikken. Naast een aantal standaard terminologie-/codestelsels, kun je ook datasets op maat uit de NTS afleiden. Het gebruik van deze gegevens geven de zorgprofessional voordelen in zijn dagelijkse werk, zoals het lijstje met vormen van ademhalingsondersteuning. Kijkend naar het eerder genoemde voorbeeld, kan de onderliggende code bijvoorbeeld gebruikt worden om data-analyses te verrichten, maar gelijktijdig ook een bijdrage leveren aan de interoperabiliteit van deze data.
Beschikbare standaarden en stelsels
- SNOMED CT
- Nederlandse Labcodeset
- UCUM
- LOINC
- ICD-10
- NHG-tabellen, inclusief de Nederlandse ICPC
- Alle waardenlijsten (Value Sets) op ART-DECOR
- Human Phenotype Ontology (HPO)
- HUGO Gene Nomenclature Committee (HGNC)
Nictiz faciliteert de NTS. Daarmee kunnen we samen met de softwareleveranciers een mooie stap zetten in het gecodeerd en gestructureerd vastleggen van data in een systeem. Het is dan ook belangrijk dat de softwareleveranciers ervoor kiezen om de inhoud van de NTS in te bouwen in hun systemen. Zodat hun zorgverleners in de verschillende domeinen ongemerkt data op de juiste manier vastleggen. Deel je onze visie waarin data in het systeem gecodeerd en gestructureerd vastgelegd wordt en wil je de mogelijkheden van de NTS exploreren? Schroom dan niet om ons te benaderen. We denken graag mee en helpen je graag op weg.