Zorginformatie-bouwstenen
Wist je dat je zorgverleners voor het grootste deel dezelfde informatie vastleggen? Iedereen alleen net een beetje anders. Hoe handig is het, als zij zorginformatie op dezelfde manier registreren? Dan kunnen ze informatie hergebruiken en onderling uitwisselen en begrijpen ze elkaar. Dit kan met informatiestandaarden die grotendeels bestaan uit zorginformatiebouwstenen (zibs).
Introductie: bekijk de animatie
Met zibs kunnen zorgprofessionals informatie gestructureerd aan de bron vastleggen en eenduidig met elkaar uitwisselen. Dat klinkt heel goed. Maar je hebt er waarschijnlijk nog weinig beeld bij. Bekijk dan snel de animatie.
Wat zijn zibs?
Een zib beschrijft voor een begrip welke zorginformatie moet worden vastgelegd en hoe. Een zib standaardiseert daarmee zorginformatie. Voorbeelden zijn zibs voor bloeddruk, medicatie en NAW-gegevens (naam/adres/woonplaats). Zo’n bouwsteen is techniek- en situatie-onafhankelijk.
Waarom zou je zibs gebruiken?
Wanneer je rookt, leggen je zorgverleners hierover gegevens vast. Alleen wat verstaan een huisarts, verloskundige en longarts onder roken? En wat verstaan ze onder een stevige roker? Iemand die tien, vijftien of twintig sigaretten per dag rookt?
Zibs vormen de basis voor zorgverleners om informatie op eenzelfde manier vast te leggen. Deze eenheid zorgt ervoor dat zij zorginformatie kunnen hergebruiken en met elkaar delen op een manier die voor alle betrokken partijen duidelijk is. Deze efficiency helpt de zorg te optimaliseren.
Eenduidig zorginformatie vastleggen dient meerdere doelen:
- hergebruik van informatie binnen het zorgproces
- kwaliteitsregistraties
- overdracht
- patiëntgebonden onderzoek
- beslisondersteuning.
Het gebruik van zorginformatiebouwstenen stuurt zorgverleners bij het vastleggen, bijvoorbeeld om te voldoen aan wettelijke eisen. Toepassing van zibs in de geestelijke gezondheidszorg leidt direct tot registraties die voldoen aan de Wet verplichte ggz (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd).
Wat is het voordeel van zibs?
Het voordeel van zibs is hun algemene karakter. Ze zijn de basis voor zorgprofessionals om informatie gestructureerd vast te leggen en eenduidig uit te wisselen. Verder maken zibs informatie herbruikbaar voor onder meer wetenschappelijk onderzoek en kwaliteitsverbetering. Dit vermindert de registratielast.
Met zibs als generieke bouwblokken kunnen we informatiestandaarden bouwen. Een informatiestandaard maakt het mogelijk om naast generieke zibs specifieke elementen toe te voegen voor zorgsituaties als verpleegkundige overdracht, geboortezorg of geneesmiddelengebruik.
Zibs in een informatiestandaard maken het bovendien mogelijk om bijvoorbeeld:
- gegevens invullen te verplichten;
- gegevens invullen aan bepaalde criteria te laten voldoen, bijvoorbeeld door de beperking: de laatst bekende meting.
Naast informatiestandaarden worden zibs ook gebruikt in:
- Generieke datasets zoals de Basisgegevensset Zorg (BgZ);
- Generieke standaarden voor uitwisseling
- HL7 FHIR STU3 profielen;
- HL7 FHIR R4 profielen;
- HL7 CDA templates
Samen werken aan de toekomst van zibs
Maar wat kun je precies met zibs? Wat is hun plek in het zorginformatiestelsel? En wat zijn de vraagstukken die om nadere ontwikkeling vragen en hoe gaan wij daarmee om? Zibs worden nu niet altijd eenduidig geïnterpreteerd en gebruikt. Dat zorgt voor dilemma’s bij de ontwikkeling van een nieuwe zib, voor onvoldoende zib-compliance en voor vraagstukken in beheer- en releasebeleid. Als antwoord op deze vragen en kwesties hebben wij samen met leveranciers, zorginstellingen, professionals aan een gemeenschappelijke zib-strategie gewerkt: de productvisie Visie op zibs.
Voor de verdere ontwikkeling van zibs is samenwerking noodzakelijk. Daarom zijn we op basis van de Nictiz productvisie een vervolgtraject met alle betrokken partijen gestart. Gericht op een betere werking en gebruik van zibs in alle toepassingen.
Implementatiemodel & Groeimodel
Het implementatiemodel voor hergebruik van gezondheidsinformatie biedt praktische ondersteuning bij de verschillende stappen van het hergebruik.
Naar rapportHet groeimodel bevordert een stapsgewijze aanpak van implementatie en draagt bij aan een geleidelijke groei naar ‘volwassenheid’ in het hergebruik van gezondheidsinformatie.
Naar rapportDe volgende publicaties zijn beschikbaar: 2015 tot en met 2024-1
Pre-publicatie 2024-1 is gepubliceerd op 15-04-2024. Klik op de blauwe button hieronder voor meer informatie over de volgende nieuwe zibs: AandoeningGesteldheid, DiagnostischInzicht, Symptoom, OvergevoeligheidIntolerantie, BewakingBesluit en Uitsluiting.
Wat is de rol van Nictiz bij zibs?
Nictiz ontwikkelt en beheert zibs:
- Ontwikkelen doen we samen met het zorgveld. Het Zib-centrum van Nictiz ondersteunt partijen bij het gebruik van deze zibs: van ontwikkeling tot en met toepassing in specifieke zorgsituaties.
- Het Zib-centrum van Nictiz beheert de landelijke set zibs. Deze vind je op www.zibs.nl.
Meedenken over zibs?
Bestaande zib
Betreft je verzoek of vraag een bestaande zib, gebruik dan de BITS beheertool. Daar lees je ook welke verzoeken zijn ingediend en in behandeling zijn. Als een wijziging is gerealiseerd kun je reageren op de pre-publicatie.
Nieuwe zib
Meen je op landelijk niveau een nieuwe zib nodig te hebben en heb je al een voorstel voor de inhoud van de zib uitgewerkt ? Meld dit verzoek dan aan via de BITS beheertool. Vul ook het formulier kandidaat-zib in en voeg dit toe in BITS. Wij voegen je voorstel toe aan het register van potentiële nieuwe zibs. We nemen je voorstel in behandeling volgens het toetsingsproces voor nieuwe zibs. Kijk ook in de registers potentiële nieuwe zibs en andere zorginformatiemodellen (Detailed Clinical Models oftewel DCM’s). Hier ontdek je in hoeverre jouw idee aansluit bij een al gestart zib-initiatief.
Wil je toegang tot de BITS beheertool? Je kunt een persoonlijk account aanmaken via de website.
Hoe verloopt het beheerproces van zibs?
Bestaande zibs
De Nederlandse Norm (NEN) 7522 vormt de basis voor het beheer van standaarden en daarmee ook voor het beheer van zibs. Wijzigingsverzoeken voor al bestaande zibs doorlopen acht stappen:
- intake (het in behandeling nemen) wijzigingsverzoek
- analyse wijzigingsverzoek
- voorstel wijziging
- realisatie wijziging
- consultatie
- autorisatie
- pre-publicatie zib
- publicatie zib
Nieuwe zibs
Voor nieuwe zibs bestaat een aparte procedure.
Lees het volledige beheerproces voor bestaande zibs in Beheerafspraken zorginformatiebouwstenen (versie 1.2).
De planning voor de eerstvolgende pre-publicatie van de zibs vind je op deze pagina. Een overzicht van alle publicaties vind je op www.zibs.nl.
Verbetering opzet pre-publicatie zibs
De pre-publicatie van de zibs is verbeterd. Het betreft hier de voorlaatste stap in het publicatieproces van zibs. De uiteindelijke publicatie van zibs blijft onveranderd. Deze verbeterde opzet is tot stand gekomen in de maanden juni t/m oktober 2021 in overleg met en na goedkeuring van het Architectuurteam zibs en de Autorisatieraad zibs.
Zib-transitie
Doel en aanpak
Deze paper beschrijft wat bedoeld wordt met de zib-transitie aan de hand van de visie en missie die daaraan ten grondslag liggen en de manier waarop het in de praktijk wordt opgepakt.
Download de paperOnze experts
Stuur gerust een e-mail naar een van onze experts.
Veelgestelde vragen
Een Zorginformatiebouwsteen (zib) definieert in detail een (klinisch) concept, dat relevant is in het zorgproces. Zibs zijn gebaseerd op een internationale standaard (ISO13972). De belangrijkste onderdelen van een zib zijn de concept-beschrijving en het informatiemodel.
Zibs zijn een middel om eenheid van taal te bereiken. En eenheid van taal is noodzakelijk om het doel, namelijk het hergebruiken van informatie uit het zorgproces te bereiken. Dat hergebruik van informatie kan zijn ten dienste van het zorgproces zelf, maar ook ten dienste van bijvoorbeeld kwaliteitsverbetering en klinisch onderzoek.
Nee. De hoofdgedachte achter de zibs – namelijk om de betekenis van (klinische) concepten te beschrijven los van technische keuzes en los van implementaties – heet internationaal ‘clinical modelling’. Deze gedachte heeft internationaal veel aandacht en vind je onder meer terug in FHIR, Archetypes (OpenEHR), CIMI en Clinical Element Models van Intermountain Healthcare. Daarnaast gebruiken de zibs een internationaal, gestandaardiseerd format; en zijn zibs gebaseerd op (voldoen aan) een internationale ISO standaard: ISO13972, Clinical Information Models (CIM’s).
Jazeker. Je zou kunnen zeggen dat er vrijwel geen zib of onderdeel van een zib bestaat waarbij geen gebruik is gemaakt van bestaande standaarden. Zo is bij het opstellen van de eerste release van de zibs in 2013 vooral gebruik gemaakt van HL7 Continuity of Care Record (CCR); een toen veel gebruikte Amerikaanse standaard. N.B. In 2013 bestond HL7 FHIR nog niet en trok HL7 CCR veel aandacht. Ook wordt bij het opstellen van zibs gebruik gemaakt van bijvoorbeeld OpenEHR, IHE, HL7, SNOMED CT, maar, indien relevant, ook van bestaande nationale standaarden, zoals NHG-tabellen, G-standaarden etc.
De resources en profielen van HL7 FHIR beschrijven, net als de zibs, weliswaar conceptueel klinische concepten, maar zijn gebonden aan een specifiek technisch format voor uitwisseling, namelijk HL7 FHIR. Dat geldt niet voor de zibs: de zibs zijn techniek onafhankelijk. In de ISO-standaard over de zibs (CIM’s), namelijk ISO13972, staat beschreven hoe zibs zich verhouden tot HL7 FHIR Resources en hoe je komt vanuit een zib tot een Resource in FHIR of een Archetype in OpenEHR.
SNOMED CT is een terminologiestelsel, waarbinnen losse klinische concepten hiërarchisch zijn ingedeeld volgens een aantal hoofdcategorieën, zoals bijv. Disorder, Finding, Body structure, Procedure, Observable entity. SNOMED beperkt zich tot de eigenschappen van deze losse concepten op zich en definieert geen informatie modellen die zijn toegesneden op verzamelingen van losse concepten, die samen een bovenliggend klinisch concept beschrijven. Een van de belangrijkste elementen in een zib, namelijk het informatiemodel, ontbreekt in SNOMED CT.
Voor de inrichting van het beheer van de zibs wordt een NEN-standaard (NEN7522) gebruikt. Daarbij worden verschillende rollen onderscheiden, zoals ‘eigenaar’, ‘expert’, ‘functioneel beheerder’, ‘autorisator’. Die verschillende rollen zijn bij verschillende partijen belegd. Zo is de functioneel beheerder Nictiz en is de rol van autorisator belegd bij de Autorisatieraad zibs. Voor alle verdere informatie over hoe het beheer van de zibs werkt, bekijk de pagina over het beheerproces zibs.
De term ‘kandidaat-zib’ wordt gebruikt voor een concept (een groep samenhangende gegevenselementen), waarvan is vastgesteld dat er nog geen zib van is. Voor de groep gegevenselementen is geen bestaande zib geschikt om via een wijzigingsvoorstel deze gegevenselementen aan toe te voegen. Er is wel van vastgesteld dat er sprake is van (potentieel) hergebruik. Er bestaat een procedure om een kandidaat-zib aan te melden en af te handelen: zie het document ‘aanmelden kandidaat zib‘. Ook is er een register van kandidaat-zibs, zie hier.
Als we internationaal kijken, dan zijn er eigenlijk 2 doelen te benoemen, die we zouden willen nastreven:
- De methode (de aanpak) van de zibs zou internationaal verankerd moeten zijn. Daarvoor is inmiddels een belangrijke start gemaakt, doordat er een formele ISO-standaard over de zibs beschikbaar is: ISO13972.
- Er zou van elk (klinisch) concept internationaal maar 1 zib (CIM) moeten bestaan en goed beheerd moeten worden. Bijvoorbeeld voor ‘Bloeddruk’, immers de informatie over het concept Bloeddruk zou in elk land hetzelfde moeten zijn.
Nictiz is, vooral in Europa, bezig om dit internationaal te organiseren. Maar dat is een lang en stroperig traject, omdat elk land, net als wij in Nederland hebben gedaan, eerst binnen zijn eigen landsgrenzen de acceptatie en de toepassing van zibs (CIMs) wil organiseren.
Uiteindelijk is de autorisator (de Autorisatieraad zibs) degene die de besluiten neemt. Maar dat doet de Autorisatieraad zibs op basis van input van experts, waaronder architecten en zorgverleners en op basis van input van de functioneel beheerder van de zibs. Alle informatie die nodig is bij de besluitvorming, is openbaar en transparant beschikbaar in een tool (BITS), zie: https://bits.nictiz.nl/projects/ZIB/issues
In het beheer van de zibs is afgesproken dat er geen domein specifieke zibs (CIMs) mogen bestaan voor concepten, waar al een zib van is, die onder het landelijk beheer valt.
Wel kan ook van concepten, waar (nog) geen landelijke zib van bestaat, de afspraak gemaakt worden dat tijdelijk een specifiek domein een eerste versie van een nieuwe zib gebruikt, die dus op die manier tijdelijk domein specifiek is.
Nieuwe publicaties van de zibs (altijd alle zibs samen) gebeuren in het algemeen niet frequenter dan eens in de 2 a 3 jaar. Gekoppeld aan (en volgend op) publicaties van de zibs worden altijd versies van andere standaarden, zoals generieke FHIR-profielen en de BgZ gepubliceerd. Het mechanisme van pre-Publicaties is geïntroduceerd om wijzigingen op bestaande zibs of nieuwe zibs bekend te maken en beschikbaar te stellen. Pre-Publicaties van de zibs gebeurt in het algemeen enkele keren per jaar.
Zibs beschrijven de informatie die bij een bepaald (klinisch) concept hoort. Dit gebeurt met zorgvuldig gedefinieerde termen die zoveel mogelijk herkenbaar zijn voor zorgverleners en patiënten. Een belangrijk onderdeel van een zib is het informatiemodel. Op het moment dat je de informatie uit het model gedigitaliseerd wilt opslaan, verwerken, gebruiken, overdragen, etc., moet je technische keuzes maken. Bijvoorbeeld: technische keuzes in het EPD, keuzes in het technische formaat van overdracht, etc. De betekenis van de klinische concepten van de zibs moet echter binnen elke technische keuze dezelfde zijn. We zeggen dan ook dat zibs onafhankelijk zijn van de techniek.
Zibs beschrijven de informatie, die bij een bepaald (klinisch) concept hoort, zoveel mogelijk in herkenbare termen van de zorgverleners en de patiënten. Een belangrijk principe achter de zibs is dat de informatie die bij het klinische concept van de zibs hoort, in meerdere situaties dezelfde betekenis heeft. Bijvoorbeeld: de gegevens over het lichaamsgewicht van de patiënt (aantal kilo’s, hoe het is gemeten en door wie, etc.) weerspiegelt dezelfde informatie tijdens een poliklinisch consult als tijdens een opname op een klinische afdeling. We zeggen dan dat de zib ‘Lichaamsgewicht’ situatieonafhankelijk is.
Nee. Niet elk gegevenselement (van een gegevensset) hoeft te worden afgedekt door een zib. Bepalend is of een gegevenselement alleen in een specifieke toepassing wordt gebruikt of dat er sprake is van (potentieel) meervoudig gebruik van dit gegevenselement in meerdere toepassingen. Om antwoord te geven op deze vraag is een document opgesteld de ‘Richtlijnen bij afwezigheid zibs’.
Een concreet aantal te verwachten zibs is niet te noemen. Op dit moment zijn er rond de honderd ibs gepubliceerd. Omdat (nog) niet voor alle klinische concepten zibs beschikbaar zijn, groeit het aantal zibs naar verwachting nog. Het totale aantal zorgbrede zibs op termijn, is lastig te voorspellen. Het uiteindelijke aantal ontwikkelde zibs zal zeker niet meer dan duizend zijn.
De Basisgegevensset Zorg (BgZ) is een gedefinieerde gegevensset van patiënt gerelateerde (medische) gegevens waarvan door zorgverleners is bepaald dat die specialisme, ziektebeeld en beroepsgroep overstijgend relevant is en van belang voor de continuïteit van zorg. De BgZ is gebaseerd op de zibs.
Alle zibs bevatten impliciet een aantal basiselementen. Deze basiselementen zijn in de informatiemodellen van de afzonderlijke bouwstenen in de meeste gevallen niet opgenomen, maar worden wel verondersteld aanwezig te zijn. Het betreft concepten die meer technisch van aard zijn. De concepten hebben vaak geen of weinig klinische relevantie, maar voor de eenduidigheid en de herleidbaarheid van de gegevens zijn ze wel noodzakelijk. In de gevallen waarin deze elementen wél een klinische betekenis hebben, zijn ze meestal wel expliciet in de bouwsteenmodellen zichtbaar.
SNOMED CT is een internationaal, medisch terminologiestelsel. In SNOMED CT vind je veel (medische) termen met hun synoniemen, en de verbanden tussen deze termen. In de zibs wordt veel gebruik gemaakt van SNOMED CT. Bij gegevenselementen van een zib wordt vaak gebruik gemaakt van SNOMED CT om de betekenis te beschrijven van zo’n gegevenselement. Daarnaast vind je SNOMED CT in de zibs terug bij een waardenlijst bij een gegevenselement: om de betekenis van de elementen in een waardenlijst te bepalen wordt dan verwezen naar SNOMED CT.
Zib-blauwdruks zijn constructies ‘achter de schermen’ die de consistentie van zibs moeten bevorderen en de implementatie van zibs faciliteren.
Een zib-blauwdruk is in feite een sjabloon voor een groep van zibs die veel gemeenschappelijke dataelementen hebben. Het is voor de consistentie en voor de implementatie wenselijk om de individuele zibs binnen zo’n groep volgens een vaste structuur te definiëren. Dit heeft de volgende voordelen:
- Het consequent en systematisch ontwerpen van individuele zibs volgens het sjabloon. Er ontstaat geen onnodige variatie in structuur en naamgeving. Ook is de kans kleiner dat data-elementen over het hoofd worden gezien.
- zibs met veel overeenkomsten zijn zo ook efficiënt en consequent te reviewen.
- Een leverancier kan zijn implementatie baseren op de structuur van de zib-blauwdruk (het sjabloon). Dit betekent minder ontwikkelinspanning en grotere betrouwbaarheid bij implementatie van de van het sjabloon afgeleide zibs door de leverancier.
Een informatiestandaard is een verzameling afspraken voor een bepaald zorgproces. Die verzameling afspraken moet ervoor zorgen dat de informatie die van belang is bij dat zorgproces, met de juiste kwaliteit kan worden vastgelegd, opgevraagd, gedeeld, uitgewisseld en overgedragen. Binnen een informatiestandaard wordt aan de hand van een gegevensset afgesproken welke gegevenselementen relevant zijn voor de betreffende informatiestandaard. Bij het samenstellen van de gegevensset worden de elementen waar mogelijk gerepresenteerd door zibs. Daarnaast kunnen extra gegevens worden toegevoegd die alleen voor een specifiek zorgproces gelden en niet zorgbreed zijn. Informatiestandaarden combineren dus zorgbrede gegevens (op basis van zibs) met losse, specifieke gegevens voor een bepaald zorgproces.
Ja, de zibs zijn zorgbreed van aard geformuleerd. Elke zib beschrijft een (klinisch) concept, dat meerdere gegevens in zich herbergt met een afgesproken inhoud, structuur en onderlinge relaties. De zibs zijn daardoor in de aard zorgbreed. Neem bijvoorbeeld de zib AllergieIntollerantie, die de allergieën van de patiënt beschrijft. De informatie over de allergieën van een patiënt is onafhankelijk van de sector of setting waarin de patiënt op dat moment zorg ontvangt
NB. Wanneer een zib nog niet in alle zorgsectoren toepasbaar blijkt, is het mogelijk om wijzigingen of aanvullingen voor te stellen.
Nee. Het belangrijkste onderdeel van een zib is – naast de tekstuele definitie – het informatiemodel. Het informatiemodel van een zib beschrijft welke gegevenselementen bij het concept horen, wat ze betekenen en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Bijvoorbeeld, de zib LabUitslag bevat gegevenselementen over de laboratoriumbepaling, de uitslag, de meeteenheid, het soort monster, etc. Pas bij de afspraken over een informatiestandaard waarbinnen een zib als LabUitslag wordt gebruikt, worden afspraken gemaakt over welke Labuitslagen tot de gegevensset van de Informatiestandaard behoort (bijvoorbeeld: zijn dat alle of alleen de laatste?). Een zib beschrijft dus het informatiemodel van ‘LabUitslag’ maar niet welke laboratoriumuitslagen erin voor moeten komen want dat is de inhoud/vulling. Dat is immers afhankelijk van de toepassing en implementatie.
Als algemene regel bevat een zib een verwijzing als deze relevant is voor het rootconcept.
Er zijn zibs die niet op zichzelf staan en waarnaar alleen verwezen wordt vanuit een andere zib. In zo’n situatie kan het zijn dat de zorgverlener wel relevant is voor het rootconcept van zib A, maar bij een verwijzing naar zib B niet meer gespecificeerd hoeft te worden in zib B.
De zib MedicatieAfpsraak heeft een verwijzing naar Zorgverlener, omdat het relevant is welke zorgverlener de voorschrijver is. De zib Gebruiksinstructie staat niet op zichzelf. Een instance van gebruiksinstructie hoort altijd bij een bepaalde instance van een medicatiefaspraak. De zorgverlener van de medicatieafspraak geldt daarmee ook voor de gebruiksinstructie.
In principe heeft elke zib betrekking op de patiënt waarover gegevens worden uitgewisseld. Alleen als de patiënt zelf een actieve rol speelt in de gegevens die worden uitgewisseld en waarbij het relevant is om die rol te specificeren, zal de zib een verwijzing hebben naar de patiënt.
Bij een MedicatieAfspraak is het niet nodig om een verwijzing naar de patiënt op te nemen. De medicatie is bedoeld voor de patiënt. Bij een ZorgAfspraak kan de patiënt een rol spelen in het maken van de afspraken en daarnaast kan de patiënt zelf een rol hebben in het uitvoeren van de afgesproken activiteiten. Daarom is het in de zib ZorgAfspraak van belang om de rol van de Patiënt als mogelijke deelnemer aan de afspraak en aan de uitvoering daarvan te kunnen specificeren.
Samenwerking tussen partijen
Verder is het belangrijk dat zibs goed aansluiten op de praktijk. Daarom ontwikkelt Nictiz altijd met input van betrokkenen. We werken samen met partijen uit landelijke programma’s die zibs gebruiken: Registratie aan de bron, MedMij en Versnellingsprogramma’s Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP’s). Ook werken we met partijen als Federatie Medisch Specialisten (FMS) en Santeon, die de mogelijkheden van zibs verkennen.
Meld je aan voor de nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Meld je aan voor de nieuwsbrief en lees elke maand alles over de laatste ontwikkelingen op het gebied van digitale informatie-uitwisseling, projecten, publicaties en events.
Bekijk de privacyverklaring.